Het verhaal van Moarstee

“Weet je, goed semi-permanent is tegenwoordig eigenlijk gewoon permanent”, zei de man die uit het westen was gekomen om de artikel 12 gemeente Loppersum financieel uit het slop te trekken. En hij gebaarde wijds om zich heen. “En dit heeft er al hoe lang gestaan?” Er viel net geen schaats of racket naar beneden in het krakkemikkige, gedeelde clubhuis van de Stedumer tennis- en ijsbaanvereniging.

Daar zaten we dan, schaats en tennisbestuur, in wat ons eigen geprivatiseerde onderkomen moest worden. We deelden het lot van alle andere sportclubs van Loppersum. 

Voor een euro kochten we het clubhuis en de banen. We kregen een beetje geld mee en konden daarvoor dan wel zoveel mogelijk herstellen of inderdaad, iets gebruikts, iets semi-permanents neer gaan zetten. Dat hoefde immers niet zo groot te zijn. Schaatsers en tennissers hebben niet zoveel ruimte nodig en ze gebruiken het ook niet tegelijkertijd. We konden blokhutten en containersites gaan bekijken.

Maar de man die de gemeente hielp was nog niet helemaal klaar met zijn betoog: “En trouwens: de gemeente heeft ook een koper voor het gebouwtje van de scoutingclub, kunnen die ook bij jullie in?” 

De voorzitters keken elkaar aan. Wel een heel andere doelgroep.. Maar natuurlijk kon dat, alleen stelde dat wel heel andere eisen aan een onderkomen. Dat zouden we vaak moeten delen en zo gemakkelijk mixten de groepen dan niet. We moesten echt iets gaan neerzetten. En dat was eigenlijk wel mooi. Met de scouts kwam ook weer een voorzitter mee, deze had een netwerk en veel ervaring in het benaderen daarvan en opeens werden er echte plannen gemaakt. Het bedrag dat de gemeente mee had gegeven was in elk geval lang niet meer genoeg, dat hadden we wel door.

Er kwam een stichting, met vertegenwoordigers van alledrie de verenigingen. Er kwam een naam: Moarstee: het plekje aan het water, aan het maar. 

We dachten na over hoe de noodzakelijke subsidiegevers moesten worden benaderd en langzaam begon te dagen dat we meer kans maakten, als we ons nog breder, als ontmoetingsplek voor het hele dorp zouden voorstellen. Dat was minder gek dan het lijkt, want met een Hervormd Centrum en een Gereformeerd Trefpunt ontbrak in Stedum nog een openbaar dorpshuis. 

We dachten ook na over de exploitatie: in een goede winter verdient de IJsvereniging wel behoorlijk wat, want Stedum is door een innovatief systeem, steevast een van de eerste IJsbanen die open gaat, en heel het dorp verzamelt zich dat uiteraard op het ijs.

Van tennissers en scouts echter is bijna geen opbrengst te verwachten. Op verhuur aan derden konden we geen exploitatiebegroting baseren. Intussen hadden we wel een innovatieve manier van omzet delen bedacht: van de winst ging de helft naar de stichting en de andere helft naar de vereniging die de activiteit waar de winst gemaakt werd, had georganiseerd.

Het was duidelijk dat we nog een vierde partij nodig hadden. Er werd gefluisterd wat voor bedragen de Schuttersvereniging omzette bij hun bijeenkomsten. Ook werd er gefluisterd dat ze mogelijk op zoek zouden kunnen zijn naar een ander onderkomen. 

Nadat het gefluister was verstomd, hadden we onze statuten aangepast en bestond de stichting uit vier verenigingen en lagen er plannen voor een deelbare kantine met een eigen, afgesloten schietbaan. Netjes tussen de Ijsbaan en de tennisbaan in. En ….. was de begroting al meer dan 5 keer over de kop. 

Maar intussen hadden we, dankzij het netwerk van de clubs en een paar creatieve bijeenkomsten, ook het hele dorp al ongeveer achter ons staan en dat viel bij de provincie, de gemeente en de fondsen die we aanschreven in goede aarde. Dorpsbelangen, vrijwilligers, renteloze aandeelhouders, bouwers, stratenleggers, timmerlui, installateurs, subsidieaanvragers, ouders, kinderen, zoveel mensen raakten betrokken.

En het hele dorp heeft ook echt meegewerkt aan iets waar het trots op kan zijn. Iedereen lijkt de plek fijn te vinden en het samenwerkingsverband tussen heel verschillende groepen te waarderen. De exploitatierekening klopt. In het Stichtingsbestuur is het nog steeds gezellig. Renteloze aandelen worden jaarlijks uitgeloot en uitbetaald. Alle clubs hebben sindsdien hun ledenbestand zien groeien, vooral scouting. 

Dat zijn onze jongste gebruikers: de jeugd heeft de toekomst en daarom kijken we met z’n allen ook optimistisch vooruit: Moarstee is al te klein… Een uitbreiding -“Morestee 2.0” – komt eraan in 2020 en het dorp draagt ook daaraan weer volop bij. 

Achteraf zijn we zelf vooral trots op het proces van samenwerken, bijna nog meer dan op het resultaat. Dat hadden we niet voorzien: Een “semi-permanent” samenwerkingsproces heeft iets permanents opgeleverd voor het dorp, iets tastbaars en iets on(aan)tastbaars.

Kaj Reker